Flowers

De hazelaar

  • Inheems 
  • Latijnse benaming : Corylus avellana
  • Bloei : januari-maart
  • Interessant voor gedomesticeerde bijen : ++ (pollen)
  • Interessant voor wilde bijen : /
  • Hoogte : 2 tot 4 meters
  • Ligging : schaduw, halfschaduw, zon
  • Grond : gewoon, licht
  • Type : houtig
  • Cyclus : overblijvend, afvallend gebladerte

De hazelaar is een vaak voorkomende struik in hagen, kreupelbossen en bosranden. De plant is eenhuizig: elk individu heeft zowel aparte mannelijke bloemen (katjes, geel) als vrouwelijke bloemen (die op knoppen lijken, met rode stempels), maar ze bloeien niet samen om zelfbestuiving te voorkomen.

De mannelijke bloemen bloeien voor de vrouwelijke bloemen (men spreekt van dichogamie) en, gezien alle individuen niet gelijktijdig bloeien, laat dit mechanisme kruisbestuiving toe.

De hazelaar en de bijen

Omdat ze tijdens de winter bloeien, soms al vanaf het einde van december (dus voor de opkomst van bladeren), wordt het snel duidelijk dat de hazelaar zich zonder hulp van bestuivers moeten voortplanten; de plant is dus anemofiel, wat betekent dat de overvloedige pollen verplaatst wordt door de wind. En, gezien ze geen insecten moeten lokken om hun overleven te waarborgen, scheiden de vrouwelijke bloemen geen nekter af (hazelaarhoning bestaat niet).

Darentegen, brengt de overvloed aan pollen op het einde van de winter de eerste levensmiddelen aan gedomesticeerde bijen, die er zullen van genieten bij de eerste zonnige dagen om de voorraad te herstellen van dit waardevolle poedergoud, dat onmisbaar is voor de groei van de larven en dus voor de herontwikkeling van de kolonie. Hiervoor moet de hazelaar zich dicht bij het bijenkorf bevinden, gezien bijen nog niet ver weg vliegen in het begin van het seizoen. De plant heeft, darentegen, echter weining tot geen belang voor hommels en wilde bijen.

De hazelaar en de mens

De hazelaar werd overvloeding geplant in hagen in het coulissenlandschap en in boomgaarden, die ze beschermden tegen de wind dankzij hun dichte en vele takken. Het soupele hout werd traditioneel gebruikt voor manden of voor het vervaardigen van wandelstokken (pelgrimstaf, ook wel 'bourdon' genoemd in het Frans voor 'hommel'), terwijl hij kon gebruikt worden als wichelroede.

De hazelaar en de natuur

De productie van hazelnoten is ook een van de redenen waarvoor hazlaars overvloedig geplant werden. Deze vruchtproductie is uiteraard een Natuur-troef voor vele dieren, te beginnen met de eekhoorn, die de nootjes begraaft en hierdoor de voortplanting en de verspreiding mogelijk maakt. Als gastheer van de groen en de gele hazelaarluis (die er onderdanig aan zijn en geen andere soorten aanvallen), laat de plant de vestiging toe van vele roofinsecten die nuttig zijn in de tuin (gaasvliegen, lieveheersbeestjes, zweefvliegen).

Bovendien is hij de gastplant van de rupsen van verschillende nachtvlinders (de Hazelaaruil, de Dromedaris, de Zomervlinder, de Vuursteenvlinder, de Ringelrups of de Eekhoorn).

Men kan er ook een twintigtal soorten wantsen (halfvleugelingen) terugvinden, zoals de Himacerus mirmicoides, de Gonocerus acuteangulatus of de Kleidocerys resedae.

Wat de vliesvleugelingen betreft, de Croesus septentrionalis legt er zijn eieren en de bastaardrupsen eten de donzige bladeren en vormen een S bij het eerste teken van agressie.

De kevers darentegen worden vertegnwoordigd door de Haltica brevicollis, de Berkensigarenmaker, de Boktorren en, natuurlijk, meerdere soorten Snuitkevers waartussen de Hazelnootboorders (Curculio nucum).

De hazelaar in de tuin

Deze laatste is de meest vervelende soort voor wie een overvloedige oogst van hazelnootjes verwacht, gezien de larven een hele oogst kunnen vernietigen. Eens ze volgegeten zijn, verlaten de larven de nootjes en vallen ze op de grond om zich te verpoppen; dan zijn ze het meest kwetsbaar.

De grond hakken of oppervlakkig omspitten aan de voet van de struik om zo de larven blood te leggen aan de kuide zou de bevolking moeten doen verminderen; chemische pesticiden, naast het feit dat ze bijzonder gevaarlijk zijn zowel voor de mens als voor de natuur, hebben in ieder geval bewezen dat ze zonder effect zijn tegen de hazelnootboorder.

Ten slotte, gezien hij zelfsteriel is, dient men ten minste twee verschillende variëteiten van hazelaars te planten om de bestuiving en een goede oogst te bevoordelen. Er bestaan ook bijzonder esthetische rassen, zoals de krulhazelaar (C. avellana 'Contorta'), en andere verwante soorten met purper gebladerte (Corylus maxima 'Purpurea'). Vraag maar gerust advies aan uw boomkweker.

Share/Save