Het is helemaal te doen, zelfs in een kleine tuin, om biotopen te recontrueren om wilde bijen op een natuurlijke wijze te vestigen, of het nu gaat om nestelen of gewoon onderdak bieden tegen onweer.
Veel eenlinge bijen graven galerijen in de grond, de éne loodrecht, de andere horizontaal. Aan hen wordt dus best zones van naakte grond aangeboden (gravel, of met weinig vegetatie) en kleine vereffeningen met verticale hellingen, liefst in de zon.
Sommige soorten eenlingen bijen nesten in dood hout, door zich te vestigen in vooraf bestaande holtes (osmiën) of zelf gallerijen te graven (xylocopa, ceratina). Men kan gestorven bomen te laten staan, zonder ze af te kappen (maar wel indien nodig ze beveiligen). Dode bomen bieden onderdak en kost aan tal van dieren, van isecten tot vogels. Het geleidelijk verdwijnen ervan, door afkappen en verplaatsen, leidt tot een afname van veel dierensoorten.
Een hoop dode bladeren kan hommelprincessen ontvangen die er kunnen overwineteren tot de lente. Wat ook kan, zijn hopen takken en hoge grassen die insecten kunnen onderbrengen tijdens de winter, of tijdens onweer.
Les tas de pierres se réchauffent vite, grâce au soleil, et permettent aux insectes de venir s'y prélasser. Entre les anfractuaosités, on trouvera une foule de petits animaux, venus soit pour la chaleur, soit pour l'humidité, en fonction des conditions locales, voire tout simplement pour s'y abriter des prédateurs : limaces, cloportes, vers de terre, nids de fourmis, araignées, papillons cachés, punaises, abeilles solitaires, voire même crapauds et grenouilles si l'environnement s'y prête.